De zee. Misschien wel een van de belangrijkste dingen op een stranddag is te weten wat daar gebeurt. Niet alleen om de hele dag zeker te zijn van een droge zitplaats, maar vooral om te weten of u veilig kunt zwemmen. Bij de Castricumse Reddingsbrigade hangt een bord met tijden van hoog en laagwater. Tevens, staat de hele tabel in de donatie folder die elk jaar uitkomt en in heel castricum wordt verspreid. De folder kunt u ook ophalen op de strandpost.
U weet vast en zeker dat de mooiste en warmste stranddagen een oostenwind kennen. Dan weet u ook dat de zee juist tijdens bloedhete dagen vergeven is van de kwallen. 'Lekker' afkoelen in zee is er dan niet bij. En ronddrijven op een luchtbed is bij oostenwind extra gevaarlijk, omdat u snel afdrijft. Bovendien krijgt, bij afgaand tij, de stroming een extra 'duwtje' in de rug van de wind. Dat maakt een mui op dit soort dagen extra verraderlijk.
Muien zijn de onderbrekingen in de zandbanken, die u bij laagwater kunt herkennen aan de geulen of stroomgaten in de bank, waardoor het water uit het zwin naar zee stroomt. Muien zitten ook in de banken die bij laagwater niet zichtbaar zijn (de zogenaamde tweede en derde bank). U kunt die muien vaak alleen herkennen aan de lagere of ontbrekende branding bij westenwind. In de muien is de stroming sterk en deze trekt dan altijd richting zee. Probeer niet tegen zo'n stroming in te zwemmen. U wordt er doodmoe van. Beteris het om schuin weg te zwemmen, zodat u op een zandbank belandt. Lukt het u niet, probeer dan de aandacht van strandbezoekers of de Reddingsbrigade te trekken. Raak niet in paniek.
Bij westenwind staat er een sterke onderstroom naar zee toe. Wanneer een bader of zwemmer door een golf omver wordt geduwd, kan hij door de onderstroom een stukje zee in getrokken worden. Het wordt dan dieper en staan wordt dus moeilijker, zeker wanneer dit zich een paar keer herhaalt. Zwemmers zullen het minder moeilijk hebben, maar kunnen wel in paniek raken of door de extra krachtinspanning kramp krijgen.
Volg ons ook op: